Nieuwe Bijbelvertaling 2004
NBV
31Hij nam de twaalf apart en zei tegen hen: "We zijn
nu op weg naar Jeruzalem, en alles wat door de profeten is geschreven zal men de
Mensenzoon laten ondergaan.
32Want hij zal worden uitgeleverd aan de heidenen
en worden bespot en mishandeld en bespuwd.
33En nadat hij is gegeseld, zal hij worden gedood,
maar op de derde dag zal hij opstaan".
34De leerlingen begrepen er niets van. De betekenis
van Jezus’ woorden bleef voor hen verborgen, en ze konden maar niet bevatten wat
hij had gezegd.
naar boven